“Ah, ik wou winnen!” roept onze pleegzoon Luuk. Om in dezelfde ademteug te vervolgen met “Doen we nog een spelletje?”
In mijn hoofd hoor ik het hem nóg zeggen. Hij is inmiddels volwassen, maar deze uitroep is een staande uitdrukking geworden bij mij thuis.

Luuk was dol op spelletjes. Hij kwam jaren geleden regelmatig bij ons logeren. Weekendpleegzorg. Eens in de twee – en later eens in de vier weken. Supergezellig. En het allerleukste vond hij om spelletjes te doen. Als je aan hem vroeg of hij zin had in een spelletje, legde hij direct zijn telefoon aan de kant. En hij kon dus heel goed tegen zijn verlies, wat best knap is voor een joch van destijds zeven jaar.

We hadden zelf een Fietsvakantie-spel gemaakt. Een variant op het saaie ganzenbord. Met fotootjes van onze fietsvakanties en daarbij eigen spelregels. Dat je met de veerboot direct van 19 naar 35 kon. Of dat je, bij de foto van een paar gezellige straatmuzikanten, nog lekker even mocht blijven genieten en fijn een beurt mocht overslaan. Luuk kon er niet genoeg van krijgen, en wij eigenlijk ook niet.

Mijn cliënten kennen dat plezier niet van huis uit. Die spelen alleen verstoppertje. Het  zijn vrouwen die zijn opgegroeid in een gezin waarin ze niet werden gezien en gehoord. Waarin hun wensen en behoeftes er niet toe deden. Ondergeschikt waren aan de regels van de ouders. Strenge regels. Harde regels. Niks spelletjes spelen voor hun plezier, niks ouders die daar óók lol in hebben. Ze voelden zich eenzaam –  vroeger, maar nu nog steeds. En onzeker.

Nu spelen ze dus verstoppertje. Aanpassen, pleasen, vooral niet opvallen. Afgelopen week verwoordde een cliënt het als volgt: “Zodra ik een ruimte binnenkom, ga ik scannen. Kijk ik steeds om me heen. Om te zien hoe andere mensen op mij reageren, of ik het goed doe. En als iemand dan niets zegt, ga ik extra mijn best doen, extra aardig zijn.“ Ze laten nog steeds hun wensen en behoeftes niet zien en proberen het de ander zo veel mogelijk naar de zin te maken.

Ze houden de ander in de gaten en zorgen dat zij zélf niet gezien worden. Steeds maar afstemmen op die ander, waardoor ze zichzelf verliezen. Zo goed verstopt, dat ze zichzelf, bij wijze van spreken, niet meer kunnen vinden.

Blijf niet langer verstoppertje spelen, en maak je eigen spelletje! In mijn traject Van een Valse Start naar een Gelukkig Leven gaan we allereerst aan de slag om die oude pijn te helen. Daarna leer je stap voor stap hoe leuk het is om je te laten zien en te laten horen. Gezien en gehoord worden, vanuit een nieuw en stralend zelfvertrouwen. Zodat je geen verstoppertje meer hoeft te spelen, maar van jouw leven je eigen variant op het Fietsvakantiespel kunt maken. 

Is het tijd voor een ander spelletje dan verstoppertje?

Maak dan nu een afspraak voor een gratis en vrijblijvend kennismakingsgesprek.

Dan gaan we samen een ander spelletje bedenken.

Geef een reactie