“Stikchagrijnig ben ik er van! Dan hebben we een heel leuk weekend samen en in plaats van gezellig te blijven tot maandagochtend en dan rechtstreeks naar de Hogeschool te gaan, nee, dan moet ie opeens op zondagavond terug naar zijn eigen huis. Ik snap dat niet. Hij kan toch gewoon blijven slapen! Waarom moet ‘ie dan naar huis?” Dit zegt Nora tijdens een sessie, nu ongeveer een half jaar geleden. Ze is duidelijk verontwaardigd, boos zelfs. Ze heeft een relatie met Stefan, maar woont niet samen. Nora heeft een kamer in een studentenhuis, Stefan woont bij zijn ouders.

Nora voelt zich er niet toe doen en in de steek gelaten

Als ik vraag wat er op zo’n moment met haar gebeurt, wordt ze stil. Ze kijkt verdrietig naar de grond. “Dan voel ik me in de steek gelaten. Alsof ik er niet toe doen. Alsof hoe ik het graag zou willen, onbelangrijk is. Dan voel ik een groot gat, hier, in mijn buik.”

Langzaam vullen haar ogen zich met tranen. Ze kijkt me aan en zegt zacht: “Als we samen zijn, dan is dat gat weg. Dan ben ik gelukkig. Als hij er niet is, dan is dat gat er weer en dan voel ik me weer ongelukkig.”

Je niet geborgen voelen, voelt als een gapend gat

Nadat we de verdrietige tranen de ruimte hebben gegeven, geef ik wat toelichting. Want hoewel ik vooral werk met wat mijn klanten voelen en meemaken, helpt het ook om te begrijpen hoe het kan komen dat ze voelen wat ze voelen. Zoals bij zoveel van mijn klanten is het ontstaan in haar jeugd. Haar jeugd waarin ze opgroeide bij ouders die emotioneel afwezig waren. Haar vader was depressief, die had ook een slechte band met zijn ouders. Haar moeder leek niet zo geïnteresseerd in haar kinderen: zolang die voldeden aan hoe het hoorde, dan vond zij het goed . Ik leg uit: “Als je opgroeit bij ouders die geen emotionele band met jou aangaan, dan ontstaat er bij jou, het kind, een gapend gat, waar eigenlijk veiligheid hoort te zitten. Het gevoel van geborgenheid ontstaat in het emotionele contact met je ouders. Je hoort dat van hen te krijgen. Als dat niet is gebeurd, blijf je als het ware hangen in het hunkerend uitreiken naar geborgenheid.’

Nora’s partner kan dat gat niet vullen

‘Als je dan samen bent met Stefan, dan is dat gat gevuld met jullie liefde voor elkaar. Op dat moment voel je dat gat niet. Zodra hij weg is, dan is onmiddellijk dat gat weer terug. Zeker als hij ook nog eerder naar huis gaat dan jij in je hoofd hebt. Maar eigenlijk zoek je dan iets bij hem, wat hij jou nooit kan geven. Hij kan dat gat niet opvullen.” Nora knikt met haar hoofd. “Ja,” zegt ze. “Dat zegt hij ook altijd. Hij zegt dat ik hem claim. Maar ik vraag alleen maar liefde. Dat is toch niet zo raar?”

Nora heelt het gat zélf

Nora begrijpt dat haar reactie niet zo fijn is voor haar relatie met Stefan. We doen een aantal oefeningen, waarbij we dat gat helemaal opvullen met liefde, veiligheid en geborgenheid. Hierdoor is dit gat geheeld.

Nu is ze gelukkig, zowel met als zonder Stefan

Een paar weken later is ze weer bij mij in de praktijk voor de volgende sessie. Zoals altijd vraag ik aan het begin van de sessie hoe het met haar gaat. “Nou,” zegt ze. “Het gaat eigenlijk heel goed. Ik had afgelopen weekend met Stefan afgesproken en er was iets tussen gekomen, waardoor hij afbelde. En ik zei gewoon: “oké, dan zien wel elkaar volgende week.” Ik was verbaasd door mijn eigen reactie. Het gat is weg! En het bleef weg, de hele week.” 

Krijg jij ook wel eens het verwijt dat je claimt? Voel je dan ook zo’n gapend gat?

Daar kunnen we iets aan doen!

Tijdens een gratis en vrijblijvend kennismakingsgesprek vertel ik je graag meer hierover!

Geef een reactie